zondag 5 november 2017

Groene beloften? – Het nieuwe kabinet en het milieubeleid



Nederland heeft een nieuw kabinet en een herschikking van departementen. Zo is er weer een minister van Landbouw. En de minister van Economische Zaken gaat in het vervolg ook over Klimaat.Een klimaatwet moet zorgen voor een groene omslag. Kunnen we inderdaad van Rutte III meer verwachten dan de eerdere kabinetten onder zijn leiding?
In Trouw bespraken oud-ministers van Milieu Cramer en De Boer vorige week de voors en tegens van een speciale minister van Milieu. Dezelfde argumenten gelden voor Klimaat. Een speciale minister kan zich helemaal toeleggen op het onderwerp en krijgt ambtelijke capaciteit en geld om het beleid goed uit te werken en zich in binnen- en buitenland helemaal op het onderwerp te richten. Aan de andere kant kan dit betekenen dat andere bewindslieden en departementen er dan niets aan ‘hoeven’ te doen. Samenvoegen met Economie is dus een goede zaak, vooral als het betekent dat ook Eric Wiebes, de minister, zich rekenschap geeft van de noodzaak om klimaat in de andere economische en energiedossiers te integreren. Hopelijk betekent het niet dat Mona Keijzer, de staatssecretaris, uitsluitend de klimaatdossiers onder haar hoede krijgt en onvoldoende positie verwerft om invloed op de andere dossiers van het departement uit te oefenen. Daarnaast zal reductie van broeikasgasemissies ook door bijvoorbeeld het ministerie van Landbouw moeten worden opgepakt.
Met alle nadruk die klimaat nu krijgt met een aparte minister moet niet worden vergeten dat er nog andere urgente milieuthema’s zijn. Het bewaken van de kwaliteit van water, bodem en lucht blijft belangrijk in ons dichtbevolkte land, waar op elke vierkante meter gevochten wordt om de verschillende functies te combineren: mobiliteit, voedselproductie, bevolkings- en economische groei in balans met gezondheid, natuur, rust en recreatie.
Een departement van Milieu is er niet meer. Milieu komt in de naam van geen enkel departement meer voor. Stientje van Veldhoven is staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, naast de minister van datzelfde vakgebied, Cora van Nieuwenhuizen. Een milieuwet is er niet meer en het dossier Omgevingswet gaat naar BZK. Op zich hoeft dat niet erg te zijn, als de bescherming en het beheer van de ecologische leefomgeving als een essentiƫle waarde wordt gezien door het hele kabinet en door alle departementen concreet ter hand wordt genomen.
Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat blijft bepalen welke kwaliteitsstandaarden er gelden voor lucht, water en bodem. Deze liggen ten grondslag aan de vergunningverlening voor economische activiteiten. Daarnaast blijft het dossier ‘duurzaamheid’ over. Eigenlijk een foute benaming. Het gaat om duurzame ontwikkeling, balans tussen People, Planet and Profit (of misschien beter: Prosperity). In de praktijk vooral ingevuld met het thema circulaire economie, dat in het vorige kabinet verdeeld was over I&M en EZ. Dat zal dus nu een samenwerking worden tussen drie departementen: Infrastructuur en Waterstaat, Economische Zaken en Klimaat, en Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Drie departementen met vijf bewindslieden, door alle vier de coalitiepartijen bezet. Dat zal vragen om sterke regie van de minister-president.
Op mondiaal niveau is naast klimaatverandering vooral het duurzaam beheer van hulpbronnen (grondstoffen en natuurlijk kapitaal) een urgent thema. Hier komen People, Planet en Prosperity bij elkaar: de mondialisering van productie, consumptie en handel heeft ingrijpende effecten op bodem, water, lucht en ecosystemen, en op sociale structuren, welvaart en gezondheid. Het is met name een regulering van de mondiale handel die positief kan inwerken op deze aspecten, via ketenafspraken, ronde tafels, gedragscodes en certificering. Niet per se een overheidsrol, maar faciliteren en stimuleren van dergelijke afspraken is nodig, zoals Lilianne Ploumen voorheen deed als minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking – nu onder de hoede van D66-er Sigrid Kaag.
Voor het thema biodiversiteit komen er mogelijk gunstiger tijden. De urgentie van dit thema wordt steeds duidelijker gevoeld. Biodiversiteit en gezonde ecosystemen vormen de basis van het leven op aarde, ook het onze. Zonder bijen en andere insecten, en zonder een gezonde bodem geen landbouw. Dit thema komt bij Carola Schouten van het heropgerichte LNV te liggen. Vanuit het beginsel van rentmeesterschap over de schepping komt de Christen-Unie vaak op ‘groene’ standpunten uit. Maar het integreren van boeren en natuur blijft een weerspannig terrein, en boeren met natuur is nog geen gedachtegoed dat door iedereen wordt omarmd.
Behalve de ministeries zal ook de Tweede Kamer de ‘groene’ thema’s moeten blijven bewaken. De drie P’s zijn over verschillende commissies verdeeld en worden dus zelden in hun onderlinge samenhang behandeld en afgewogen. Daarmee ontstaat versnipperd beleid. Ook als de ambtenaren van de verschillende departementen samenwerken is dossierkennis bij de parlementariĆ«rs nodig, met name op het snijvlak van landbouw, natuur en milieukwaliteit; van klimaat, energie en industrie; en van handel, klimaat en biodiversiteit. En er moet bij de verschillende Kamercommissies een gevoel van urgentie zijn voor deze thema’s. Hopelijk zullen de oppositiepartijen aan de linkerkant de debatten flink opstoken.
Om terug te komen op de vraag aan het begin: Rutte III zal het zeker beter doen dan Rutte I, dat een kaalslag in het milieubeleid veroorzaakte. Onder Rutte II ging het beter, en het huidige kabinet zal het ingezette klimaatbeleid en de Rijksbrede strategie Nederland Circulair voortzetten. Het Planbureau voor de Leefomgeving heeft echter al berekend dat de klimaatinzet onvoldoende emissiereductie zal bereiken. Voor circulaire economie lijken de stappen die gezet worden te traag van de grond te komen en te weinig ambitieus (daarover in een volgend blog meer). En tot slot dringt ook de tijd voor een flinke omslag in landbouw en natuur, bijvoorbeeld om de effecten van het opheffen van de melkquotering ongedaan te maken, en een inperking van toegelaten ‘gewasbeschermingsmiddelen’, voor het behoud van insecten, weidevogels, en onze eigen gezondheid.